';
Herkomst |
Ze behoren tot de familie van de Neritidae of slakken. |
Afmetingen |
Ze worden zo’n 2 tot 3 cm lang. |
Levensverwachting |
Ze worden gemiddeld 2 tot 4 jaar oud. |
Uiterlijk |
Deze redelijk “snelle” slakken, met een stevige voet, vallen vooral op door de mooie zebratekening. De basiskleur kan variëren van goudgeel tot donker bruin, met zwarte (soms donker bruine) dwarsstrepen. |
Geslachtsonderscheid |
Het verschil is niet zo eenvoudig te zien, de vrouwtjes zijn meestal iets groter dan de mannetjes. |
Aquarium |
Het zijn kleine slakken, die met enkele soortgenoten in een mooi beplant gezelschapsaquarium kunnen gehouden worden. Samen met kleine, maar ook grotere, niet-agressieve visjes. Combineer ze nooit met slak etende vissen zoals botia’s of slaketende slakken, omdat die hen als voedsel zullen aanzien. Op de bodem kan er best zand of heel fijn grind gebruikt worden. Tip: gebruik donker zand of grind, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit. |
Temperatuur |
De ideale temperatuur ligt tussen 24 en 26°C, minimaal 20°C e maximaal 28°C. |
Waterwaarden |
Aan te raden is een pH van 6 à 8, een GH van 5 tot 14° DH, een KH tussen 3 en 12° Dh, |
Verzorging |
Het houden van slak etende slakken eist weinig ervaring en ze kunnen makkelijk gehouden worden. Ze stellen geen bijzondere eisen naar waterwaarden, ze verkiezen iets harder water. Ze worden best in een groep van minimaal 4 stuks gehouden. Ze houden zich stevig vast en men moet voorzichtig zijn bij het losmaken om ze niet te kwetsen. Let op bij gebruik van medicatie, slakken zijn hier heel gevoelig voor! |
Kweken |
Ze zijn moeilijk te kweken, er zijn wel eitjes, maar geen jongen. |
Voeding |
Ze worden in een aquarium gehouden om deze vrij van algen te houden en voedsel- en plantenrest op te ruimen. Ze verkiezen algen als voedsel, ze schrapen algen van het glas, de stenen en hout. Maar bij gebrek daaraan eten ze ook vissenvoer zoals voedingstabletten of naar de bodem gezonken vlokken en granulaat. En ook plantaardig afval eten ze, maar geen levende planten, die laten ze met rust, ze eten enkel afgestorven plantenresten. |