';
Herkomst |
Ze behoren tot de familie van de Gyrinocheilidae of Algeneters. |
Levensverwachting |
Onder de juiste omstandigheden kunnen ze zo’n 10 jaar oud worden. |
Afmetingen |
In een aquarium worden ze 12 tot 15 cm lang, maar in de natuur kunnen ze wel 25cm lang worden. |
Uiterlijk |
Ze hebben een langgerekt lichaam. Hun basiskleur is groenig grijs, hun buik is iets lichter gekleurd en hun rug iets donkerder, met daartussen een lengtestreep. |
Kleuren |
Naast de “gewone” wildkleur, is er ook een albino variant. |
Geslachtsonderscheid |
Het verschil is moeilijk te zien, de vrouwtjes zijn meestal iets groter en dikker dan de mannetjes. |
Aquarium |
Het zijn actieve bodembewoners, die in een gezelschapsaquarium kunnen gehouden worden, samen met andere soorten van dezelfde grootte en met hetzelfde temperament (levendig). Ze zijn verdraagzaam tegenover andere soorten, maar als ze honger hebben, durven ze achter andere vissen jagen. Volwassen dieren kunnen ook territoriaal gedrag vertonen tegenover soortgenoten, soms zelf agressief, zorg daarom zeker voor voldoende schuilmogelijkheden. Een aquarium van minimaal 100L of meer is aan te raden voor een 1 of meerdere Siamese algeneters. Voor de inrichting van het aquarium kunnen (stevige) planten, rotsen, zeker en vast hout (mopani, driftwoord, spiderwood) of andere decoratie gebruikt worden. |
Temperatuur |
De ideale temperatuur is 24 à 25°C, maar mag tussen 22 en 28°C liggen. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. |
Waterwaarden |
Aan te raden is een pH van 6.0 à 7.0, een GH van 5 tot 7° DH, een KH tussen 3 en 5° Dh, |
Verzorging |
Het houden van Siamese algeneters eist weinig ervaring, maar onder de juiste omstandigheden kunnen ze makkelijk gehouden worden. |
Kweken |
Over het kweken is nog weinig gekend, ze zijn eierleggend, maar het is bijna niet mogelijk om ze te kweken in een aquarium; het gebeurt slechts uitzonderlijk en meestal per ongeluk. |
Voeding |
Het zijn een echte alleseters. Ze eten droogvoer zoals vlokken, granulaat en voedertabletten en levend- en diepvriesvoer zoals watervlooien, tubifex en muggenlarven. Maar ook droogvoer met spirulina en algen in de vorm van zinkende voedertabletten speciaal voor alg-etende bodembewoners zijn een noodzakelijke aanvulling aan hun dieet. |