';
Herkomst |
Ze behoren tot de familie van de Loricariidae of harnasmeervallen. Ze zijn afkomstig van Zuid- en Centraal-Amerika. Daar bewonen ze zowel de waters met (snel stromend) zoet water, als de riviermondingen met brakwater. Ze verkiezen donkere plaatsen met veel beplanting en boomwortels. Er zijn ondertussen ook waarschijnlijk gedumpte dieren terug te vinden in het zuiden van de Verenigde Staten en in verschillende Aziatische landen. |
Levensverwachting |
Onder de juiste omstandigheden kunnen ze tot 15 jaar oud worden. |
Afmetingen |
Het zijn vissen die redelijk groot kunnen worden, ook in een kleiner aquarium, ze groeien er trager, maar ze blijven groeien. In het wild worden ze meestal zo’n 50 tot 60cm lang, maar in een aquarium blijven ze meestal kleiner (+- 25cm). |
Uiterlijk |
Deze grote meervallen hebben zoals veel andere een platte en iets zachtere buik. En natuurlijk ook hun hard schild, hun “harnas”, dit zijn harde beenplaten op de bovenkant van hun kop en lichaam. Verder hebben ze hun grote zuigmond om voedsel vast te kunnen pakken, alg van stenen te halen of hout af te schrapen. Hun basiskleur is bruin, bij de ene al donkerder dan bij de andere, met een variatie van strepen en vlekken. Aan beide zijden van hun bek hebben ze een baarddraad. En hun ogen tenslotte zijn aangepast aan het nachtleven, hun cirkelvormige irissen zijn aan 1 kant onderbroken en bij te veel licht kunnen ze deze sluiten tot een dun streepje. |
Kleuren |
Naast de “gewone” wildkleur, zijn er ook albino varianten. |
Geslachtsonderscheid |
Het verschil is zelfs bij volwassen exemplaren (bijna) niet te zien. |
Aquarium |
Het zijn nacht-actieve vissen, die alleen in een gezelschapsaquarium kunnen gehouden worden. Maar ook met soortgenoten, maar dan enkel in een heel groot aquarium. Ook de combinatie met andere vissen is perfect mogelijk. Ze kunnen agressief zijn tegenover soortgenoten, maar zullen zelf kleine visjes van andere soorten gerust laten. Omdat het nacht-actieve vissen zijn vragen ze voldoende verstopmogelijkheden met stenen, kienhout, mangrovewortels of ceramische grotjes. Ook (drijf)plantjes zorgen voor extra schaduwkleppen. Als er echte planten in het aquarium gezet worden, let er dan op dat ze stevig genoeg zijn. Tijdens de dag zoeken ze de donkere plekjes op en zijn ze weinig te zien, ’s avonds en ’s nachts gaan ze naar eten op zoek. Tip: gebruik donker grind, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit. |
Temperatuur |
De aan te raden temperatuur ligt tussen 20 en 28°C, de ideale tussen 24 en 26°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. |
Waterwaarden |
Aan te raden is een pH van 6 à 8, een GH van 5 tot 14 DH, een KH tussen 3 en 12° Dh, geen nitriet (NO2), geen tot bijna geen nitraat (NO3 < 1mg/l) en geen Chloor. |
Verzorging |
Het houden van pleco’s eist weinig of geen ervaring en ze kunnen makkelijk gehouden worden, er moet enkel rekening mee gehouden worden dat ze groot worden. Ze stellen geen bijzondere eisen naar waterwaarden. Ververs wekelijks 10 tot 20% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering met een redelijk sterke stroming, een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie. |
Kweken |
Over het kweken in een aquarium is nog niets gekend en het blijft voorlopig niet mogelijk om ze te kweken. In de natuur of in kweekvijvers in Azië, zullen de volwassen koppels een hol maken in de modderige oeverbanken, net onder het waterniveau. Daar leggen ze dan een 300-tal eitjes, die door het mannetje bewaakt worden, tot ze 3 tot 5 dagen later uitkomen. |
Voeding |
Het zijn een alleseters, met een voorkeur voor groenvoer. Ze schrapen algen van het glas, de stenen en hout. Ze worden dan ook in een aquarium gehouden om deze vrij van algen te houden. Ze eten ook zachte planten en (kort geblancheerde) groenten zoals komkommer en broccoli. Maar ook droogvoer met spirulina en algen in de vorm van zinkende voedertabletten speciaal voor alg-etende bodembewoners zijn een noodzakelijke aanvulling aan hun dieet. En ze eten ter afwisseling ook levend- of diepvriesvoer. Een gezond dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren! |