';
KaRo Noordse barmsijs

Zoom in

Artikelnummer: 1
carduelis flammea flammea

Noordse barmsijs - carduelis flammea flammea

Herkomst

Ze leven in grote delen van Europa, Noord-Amerika en West-Azië

Afmetingen

Ze worden gemiddeld 12,5 à 13 cm

Uiterlijk wildkleur

Uiterlijk lijken ze hard op de kleine barmsijs. Maar naast het formaat, ze zijn iets groter, verschillen ze ook qua kleur. De Kleine Barmsijs is meer bruinig bruin van kleur, terwijl de Noordse iets grijzer bruin is en algemeen lichter van kleur.

De mannen hebben een grijswitte buik en borst en een licht bruingrijze kleur op de kop, rug en flanken. Bij die lichte kleur hebben er een donkerder zwartbruine bestreping.

Ook onder en rond de bek en aan de ogen hebben ze een donker bruingrijze tekening.

De staart en vleugelpennen zijn zwartbruin met een lichte rand.

Op de kop hebben ze een rood kapje, de borst heeft een rode kleur en ook op de wangen en aan de stuit hebben ze een beetje rode kleur.

Tenslotte hebben ze een korte, spitse, licht gele snavel, donker bruine/zwarte ogen en kleine, donkere pootjes met zwarte nagels.

Geslachtsonderscheid

De manen hebben een rode borst, keel, wangen en stuit.

De popjes hebben enkel een beetje rode schijn op de kop. De tekening (bestreping) van de mannetjes is ook iets intensiever van kleur dan die van het popje.

Huisvesting

Ze kunnen in een sierkooi gehouden worden, maar de voorkeur gaat toch uit naar een binnen- of buitenvolière. In de winter is een nachthok niet echt nodig,

maar voorzie gewoon wat beschutting tegen regen en wind.

Ze hebben een zacht karakter en kunnen in een gemeenschapsvolière eenvoudig samen gehouden worden met kanaries, exotische vogels en andere inlandse vogels.

Broedvoorzieningen

In een beplante volière kunnen ze een nest bouwen in een struik, in een kweekkooi nemen ze een halfopen kanarienest of een tralienestkastje. Zorg dat het nest voldoende afgeschermd is, begin het nest met een jute of kokos nestmatje en geeft ze voldoende nestmateriaal voor inlandse vogels, dierlijk haar, mos, jute en geknipte kokosvezels om het af te werken. Het nest zal enkel door de pop gebouwd worden. Begin tijdig met het geven van eivoer, kweekvitaminen en zeker kleine insecten (buffalowompjes).

Kweek

Al snel na het afwerken van het nest zal de pop beginnen leggen.

Gemiddeld zal ze 4 à 5 eitjes leggen, tot maximaal 7. Na 13 à 14 dagen broeden,

alleen door de pop, komen de eitjes uit. De jongen worden door beide ouders gevoerd

en na ongeveer 2 weken vliegen de jongen uit. En nog eens 2 weken later zijn ze volledig zelfstandig en kunnen de ouders aan het volgende nest beginnen.

Laat een gezond koppel 2 kweekrondes per jaar hebben.

Voeding

Het hoofdvoer is een zadenmengeling speciaal voor distelvinken & sijzen.

Dit wordt aangevuld met wilde-, gezondheids- of onkruidzaden en trosgierst.

Grit, fijne maagkiezel en sepia moeten altijd aanwezig zijn.

Voorzie regelmatig, maar tijdens te kweekperiode altijd, eivoer voor inlandse vogels,

een universeelvoer, kiemzaden, een beetje groenvoer en voldoende levende of diepvries insecten (pinkies, buffalowormen en geknipte meelwormen).

Bijzonderheden

Zoals voor alle inlandse vogels is er voor barmsijzen ook een wettelijke ringplicht met wettelijk voorgeschreven ringen. Ongeringde vogels houden is niet toegestaan en strafbaar.