Herkomst
|
Deze populaire aquariumvisjes behoren tot de familie van de levendbarende tandkarpers (Poeciliidae).
Bij deze familie leggen de vrouwtjes geen eitjes, maar worden deze inwendig uitgebroed.
Ze zijn afkomstig van Midden- en Zuid-Amerika, meer bepaald van Mexico tot Colombia. Daar leven ze zowel in zoet, als brak water. Alle molly’s in gevangenschap zijn nakweek en geen wildvang.
|
Levensverwachting
|
Ze worden gemiddeld 2 tot 3 jaar oud.
|
Afmetingen
|
De mannetjes worden meestal zo’n 7 à 8cm lang en de vrouwtjes iets langer, tot 10cm.
|
Uiterlijk
|
Deze eenvoudig te houden groepsvissen lijken ondertussen qua kleur niet meer op hun wildkleur soortgenoten.
In het wild zijn ze grijsgroen met enkele zwarte stippen. In gevangenschap zijn de black molly’s zwart.
Ondertussen zijn er al vele kweekvormen, zoals oranje, rood, groen, zilver en dalmatiër.
Daarnaast zijn er naast de gewone (black) molly’s ook varianten met een speciale staart zoals lyretail.
|
Geslachtsonderscheid
|
Het verschil is duidelijk te zien, zeker als ze volwassen zijn.
De mannetjes hebben een kleiner en fijner lichaam en een hogere rugvin. De vrouwtjes zijn iets groter en vooral dikker. De aarsvin ziet er ook anders uit, deze is rond bij de vrouwtjes en meer recht bij de mannetjes.
Bij de mannetjes is de aarsvin eigenlijk omgevormd tot een voortplantingsorgaan (gonopodium).
|
Aquarium
|
Het zijn echte scholenvissen, die altijd in groep worden gehouden. Een groep bevat altijd meer vrouwtjes dan mannetjes. De regel hierbij is minimaal 2 vrouwtjes per mannetje, maar het mag tot 5 vrouwtjes per mannetje gaan. Ze kunnen in een gezelschapsaquarium gehouden worden, met andere actieve vissen.
Ze zwemmen meestal in bovenste en middelste waterlagen.
Een klein groepje kan al in een aquarium van minimaal 30 à 50L gehouden worden. Een degelijke filter, verwarming en verlichting mogen zeker niet ontbreken. Voor de inrichting van het aquarium kunnen planten, rotsen, hout of andere decoratie gebruikt worden. Als er echte planten in het aquarium gezet worden, let er dan op dat ze genoeg kunnen groeien, anders gaan ze verdwijnen, want molly’s eten graag aan de planten.
Veel planten betekent ook veel verstopplekken voor de baby molly’s, waardoor er minder opgegeten worden.
Tip: gebruik fijn, donker grind of rivierzand, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit. Verder zijn het actieve vissen die de bodem en decoratie met rust laten.
|
Temperatuur
|
De ideale temperatuur ligt tussen 23 en 25°C, tot maximaal 28°C.
Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen.
|
Waterwaarden
|
Aan te raden is een pH van 7 tot maximaal 8, een GH van 7 tot 20° DH, een KH tussen 3 en 12° Dh,
geen nitriet (NO2), geen ammoniak (NH3) en bijna geen nitraat (NO3 < 25mg/l).
|
Verzorging
|
Het houden van molly’s eist weinig tot geen ervaring, mits de juiste verzorging kunnen ze makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 10 tot 25% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering, een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie.
Voorzie voldoende vrouwtjes per mannetje, anders worden ze te veel opgejaagd door de mannetjes.
Dit zal voor stress zorgen in het aquarium.
Tip: Voeg in een aquarium met levendbarende tandkarpers, zoals molly’s, regelmatig een klein beetje aquariumzout toe, dit houdt ze gezond en helpt ook schimmels te voorkomen.
|
Kweken
|
Ze kweken heel gemakkelijk en heel veel. De molly is levendbarend, ze leggen geen eitjes, de bevruchting van de eitjes gebeurt inwendig en er worden direct jongen geboren.
Per bevalling worden er gemiddeld 20 tot 100 jongen geboren. De vrouwtjes kunnen sperma opslaan en verdelen voor meerdere bevruchtingen (5 tot 7) en de zwangerschap duurt ongeveer 28 dagen. De jongen zwemmen direct zelfstandig rond en moeten een verstopplek zoeken tussen de planten, anders worden ze opgegeten.
Zowel de eigen ouders, als andere vissen zullen baby’s opeten. De snelste en de slimste zullen overleven, maar wil je toch meer jongen groot brengen, dat kan. Dan moeten zwangere vrouwtjes apart gezet worden in een kweekbakje en direct na de bevalling terug van de jongen gescheiden. De jongen blijven dan minstens 3 à 4 weken in hun kweekbakje. De jonge visjes eten fijn diepvriesvoer en heel fijn droogvoer.
|
Voeding
|
Het zijn alleseters, ze eten droogvoer (vlokken, granulaat en voedertabletten), levend voer en diepvriesvoer.
Ze eten ook wel wat planten en alg, daarom is het goed om voeding met spirulina te geven. Belangrijk is ook om voldoende eiwitten te geven, zeker voor de kwekende vrouwtjes. Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren! Ze mogen 1 of 2 keer per dag een kleine hoeveelheid voeding krijgen.
Maar geef niet te veel per keer, geef wat ze in ongeveer 1 tot anderhalve minuut op krijgen.
|