';
KaRo botvink

Zoom in

Artikelnummer: 1
Fringilla coelebs

Botvink - Fringilla coelebs

Herkomst

Ze leven niet alleen in heel Europa, maar ook in West-Azië en Noord-Afrika.

Ook in onze tuinen is het een veel gespotte vogel. Ze worden zo een beetje overal aangetroffen, in bossen, parken, tuinen, boomgaarden en langs wegen en rivieren.

Afmetingen

Gemiddeld 15cm groot en wegen zo’n 20gr.

Uiterlijk

Er is een duidelijk verschil tussen man en pop. De mannen hebben een roodbruine borst, die overgaat in een lichter bruine buik. Ook de wangen zijn opvallend roodbruin en de rug is donkerder bruin. Ze hebben een zwart voorhoofd, verder is de kop, net als de hals, (blauw)grijs. De stuit is groenig en de staart is zwart met een witte rand. De vleugels zijn zwart met 2 witte stukken. De popjes zijn minder fel van kleur, ze missen de opvallende blauwgrijze en roodbruine kleuren. Wel blijft de tekening zichtbaar, zoals de 2 witte stukken op de vleugels. Jonge vogels zien eruit zoals de popjes.

Kleuren

Naast de wildkleur zijn er al enkele mutatie: isabel, agaat, bruin, pastel, opaal en bont

Huisvesting

Ze kunnen in een sierkooi gehouden worden, maar de voorkeur gaat toch uit naar een binnen- of buitenvolière. In de winter is een nachthok niet nodig, maar voorzie gewoon wat beschutting tegen regen en wind. Het zijn rustige volière vogels, maar tijdens de kweekperiode kan de man zijn territorium redelijk agressief verdedigen. In een te kleine kooi zullen ze heel schichtig en wild overkomen.

Broedvoorzieningen

Botvinken kweken is niet eenvoudig, eerst moet je al een goed kweekkoppel samen krijgen.

En dan moeten de omstandigheden nog goed (perfect) zijn. Voorzie een voldoende grote kweekkooi, 1 koppel per kooi. In een beplante volière kunnen ze een nest bouwen in een struik, in een kweekkooi nemen ze een halfopen kanarienest of een tralienestkastje. Zorg dat het nest voldoende afgeschermd is, begin het nest met een jute of kokos nestmatje en geeft ze voldoende nestmateriaal voor inlandse vogels, dierlijk haar, mos, jute en geknipte kokosvezels om het af te werken. De pop zal het nest maken, de man het territorium verdedigen. Begin tijdig met het geven van eivoer, kweekvitaminen en zeker kleine insecten (buffalowompjes).

Kweek

Enkele dagen na het afwerken van het nest zal de pop beginnen leggen. Gemiddeld 3 tot 6 eitjes, die zij zal bebroeden. De man zal ondertussen het territorium blijven verdedigen en de pop voeren. In kweekkooien wordt de man vaak gescheiden van de pop tijdens het broeden, ze moeten elkaar wel te allen tijde blijven zien. Na ongeveer 11 tot 13 dagen komen de jongen uit het ei en nog eens 12 tot 17 dagen later vliegen de jongen het nest uit. De jongen worden nog zeker 2 weken door beide ouders of enkel de man gevoerd. De pop kan ondertussen al aan het volgende nest beginnen. Een gezond koppel mag 2 nesten per jaar grootbrengen. Laat de jongen in een zo stressvrij mogelijke omgeving hun jeugdrui doorkomen.

Voeding

Het hoofdvoer is een zadenmengeling voor inlandse vogels of 1 speciaal voor botvinken.

Vul dit aan met wilde- en onkruidzaden en trosgierst. Voorzie altijd grit en/of maagkiezel, sepia, vitaminen en andere mineralen. Fijn levend voer mag ook niet ontbreken, samen met eivoer en eventueel universeelvoer. Zeker tijdens de kweekperiode en voor de jonge vogels.

Wetgeving

Zoals voor alle Europese cultuurvogels geldt een wettelijke ringplicht met speciale wettelijk voorgeschreven ringen.

Bijzonderheden

De mannen zijn gekend voor hun prachtige, kenmerkende zang.

Ze worden gehouden om te kweken, voor hun zang in de vinkensport en als gezelschapsvogel in de volière voor hun mooie voorkomen en zang. Ook in onze tuinen bezoeken ze ’s winters de voederhuisjes om vooral op de grond gevallen zaden op te pikken.