';
KaRo gouldamandine

Zoom in

Artikelnummer: 1
Chloebia gouldiae

Gouldamandine - Chloebia gouldiae

Herkomst

Noord-, Noordwest- en West-Australië.

Afmetingen

13 tot 14 cm.

Uiterlijk wildkleur man

De wildkleur mannetjes hebben een rood kopje. Enkel onder de bek is het zwart, de zwarte kleur loopt verder in een lijn rond het rode kopje. Rond de zwarte lijn loopt er een turquoise blauwe band. De borst is fel (violet) paars. Daaronder start de buik fel geel, naar de staart toe wordt dit wit. De rug en vleugels zijn grasgroen en de stuit is blauw. Ze hebben een korte zwarte staart, met in het midden 2 langere veren.

Kleuren

Naast de roodkop-variant zijn er ook nog de zwartkop en de oranjekop goulds. En alle 3 hebben ze naast die met een paarse borst ook nog een witborst-variant. En dan zijn er de mutaties nog: pastel, geel (lutino), wit en blauw (blauwe rug en witte buik).

Geslachts verschil

Het verschil tussen man en pop is duidelijk. De mannen hebben een mooie tekening in hele felle kleuren. De popjes hebben dezelfde tekening, maar alle kleuren zijn doffer, minder fel. De paarse borst is lila in plaats van violet en de buik is veel lichter geel. In de kweekperiode verkleurt de snavel van de popjes (grijs).

Huisvesting

Ze kunnen zowel in een sierkooi, in een kweekkooi, als in een binnen volière gehouden worden. Ze kunnen per koppel gehouden worden, of in een grotere kooi of volière met meerdere koppels bij elkaar. In een groepsvolière kunnen ze bij andere exotische vogels, inlandse vogels en kanaries. Eventueel kunnen ze ook in een buitenvolière gehouden worden. Daar kunnen ze in de winter ook blijven als er een verwarmd nachthok aanwezig is. Een minimale temperatuur van 10 à 15°C is noodzakelijk.

Broedvoorzieningen

De gouldamandines verkiezen een gesloten nestkastje, liefst een horizontaal model, ideaal is een speciaal gouldamandine-nestkastje.  Dit moet minimaal 18 x 10 x 10cm zijn, met een invlieggat van 4,5cm.

Begin het nest met een sisal-, jute- of kokosmestmatje. En laat ze het afwerken met een nestmateriaal speciaal voor exoten (sisal – jute – kokosvezel – dierlijk haar).

Kweek

Nadat het koppeltje gevormd is en het nestje gebouwd, zal het popje beginnen leggen. Het popje zal 4 tot maximaal 8 eitjes leggen. Vanaf het 4e (of 5e) eitje zullen ze beginnen broeden. Beide ouders zullen broeden en na 15 à 16 dagen komen de eitjes uit. Na 22 tot 25 dagen kunnen de jongen het nest verlaten, maar ze zullen wel nog enkele weken door de ouders gevoerd worden.

De jonge vogels zijn grijsbruin van kleur en het kan 6 tot wel 9 maand duren eer ze volledig op kleur zijn.

Voeding

Het hoofdvoer bestaat uit een zaadmengeling voor tropische vogels, aangevuld met onkruidzaden en Japanse millet. Ook trosgierst zullen ze sterk appreciëren. Vooral tijdens de kweekperiode eivoer, eventueel kiemzaden, een universeelvoer en fijn levend voer aanbieden. En grit (of maagkiezel) en sepia moeten altijd aanwezig zijn.